Nou hier gaan we dan. Natuurlijk is mij al heel vaak gevraagd hoe het was in Afrika, wat ik er van vond, en een enkele keer vertel ik dan ook het hele verhaal. Maar meestal willen mensen niet meer horen dan: Ja leuk! of een simpel: Heel bijzonder! met een trotse gezichtsuitdrukking.
Maar hoe was Zuid-Afrika nou echt voor mij? Ik moet heel eerlijk zijn dat ik er heen ging zonder echt hoge verwachtingen te hebben. Puur omdat ik niet goed wist wat ik moest verwachten. Je hoort van alle kanten vaak verhalen over hoe erg de mensen het hebben, maar tegelijkertijd hoor je over hoe tevreden die mensen zijn met wat ze hebben, en hoe bijzonder dat is. En nu ik terug ben, kna ik naar waarheid zeggen, dat is allebei zo. Het is een hele cultuur schok voor ons als Nederlanders om door zo'n krottenwijk als Freedompark te lopen, en te zien hoe de mensen daar leven. Maar het is ook begrijpelkijk dat je daar lachende gezichten ziet. Het lijkt er op dat ze tevreden zijn. Maar dan moet je natuurlijk ook bedenken dat dat waarschijnlijk komt doordat ze niet beter weten. Sommigen van hen zijn hun hele leven nog nooit buiten Freedom park geweest, en weten dan ook gewoonweg niet beter.
Dat neemt alleen niet weg dat wij, als relatief verwende tieners enorm onder de indruk zijn van hoe het er daar uitziet. Maar ik denk dat dat ook goed is. Als wij niet onder de indruk zouden zijn, zouden we ook helemaal niet met zo veel; liefde met die kinderen spelen, of voor ze werken. We zouden niet eens de moeite nemen om op deze reis mee te gaan als we toch al wisten hoe het zou zijn en het ons koud zou laten. Dus kort om, je zal altijd verschillende verhalen horen van verschillende mensen die in zo´n soort gebied zijn geweest waar armoede heerst. De een ervaart het alleen anders dan de ander, en richt zich vooral ook op andere dingen. De een richt zich op de elende, en de ander op waqt ze kunnen doen om te helpen, terwijl allebei deze personen misschien wel op de zelfde missie zijn. Dus als iemand je verteld dat het daar verschrikkelijk is, dat mensen dood gaan van de honger, dat er gevaarlijke ziektes heersen, en dat er kinderen voor een heel gezin moeten zorgen omdat hun ouders zijn gestorven, dan is dat voor een gedeelte ook waar. Maar dat neemt niet weg dat diezelfde kinderen ook spelen met hun vrienden, en juist door hulpgroepen zoals wij dat waren af en toe hun ouderschap achter zich kunnen laten en weer even kind zijn. En daar gaat het om. Je wil voor die mensen een liuchtpntje zijn, en dan gaat het er niet om hoe jouw eigen ervaring is op dat moment. Je kan wel depressief worden van alles om je heen, maar als je dat ujitstraalt naar de mensen die daar wonen, helpt dat niet. Het zend een boodschap, en op die manier laat je de mensen merken dat je ze zielig vind. En dat is ook niet leuk voor hun. Als je aan het eind van de dag maar naar huis kan met het wetenschap dat er vanavond eeen meisje in haar bed ligt tussen al haar broertjes en zusjes, met een glimlach op haar gezicht omdat jij er was en met haar hebt gespeeld. Wij zijn een verandering geweest voor de kinderen daar. We hebben hen een andere wereld laten zien waar mensen om elkaar geven en dingen voor anderen doen zonder eigenbelang. En dat is volgens mij het belangrijkste.
Dus als iemand mij morgen vraagt: Hoe was Afrika? dan zal mijn antwoord hoogstwaarschijnlijk weer een grote glimlach zijn en een: Heel leuk. Maar als je dat dan hoort, weet dan dat we dan vooral leuk voor de kinderen bedoelen. We hebben het niet over ons eigen plezier, nmaar wat we voor anderen voor een plezier hebben kunnen betekenen. En wij hebben daar ons plezier gehaald. Uit de schaterlagjes van sommige kinderen, of die ene knuffel die we kregen van dat jongetje die niet wil dat we weg gaan. We halen ons oplezier uit hoe we zien dat de iefde die wij overbrengen ook echt effect heeft.
Dat was hoe mijn reis naar Zuid-Afrika was.
Dit blog is geplaatst door: Charlotte van Gijzen